Verbaal van de Receptie van zijn hoogheid den Heere Prince van Orangien - 18 juni 1683

Uit Bibliotheca Enchusana
Versie door Willem (Overleg | bijdragen) op 4 mrt 2023 om 01:02

(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Ga naar: navigatie, zoeken

De Heeren Burgermeesteren ende Regeerders des stads Enchuijsen , op den 13 deses maants junij 's avondts door Burgermeesters van Hoorn geadresseert zijnde , dat haar Achtb. in t seecker bericht waner , dat zijn Hoogheid den Heere Prince van Orangien , des andren daaghs zijnde Maandach van meninge was , binnen haar Achtb. stadt te zijn omme inspectie te nemen zoo van de Equipagie als aenbouw der schepen ende dat wel lichtelijkck des andren daaghs zijnde Dinghsdach , ten dien selven sine binnen dese stadt mochten komen , hebben op Maandach 's morgens gecommitteert twe uijt het midden van haar Achtb. met den secretaris Haack , omme te gaan naar Hoorn ten eijnde te vernemen te horen en op wat wijse , zijn Hoogheid aldaar soude werden gerecipieert , welcke tot Hoorn gekomen zijnde , hebben van Burgermeesteren verstaan dat zijn Hoogheid dien avondt in haar Achtb. stadt verwacht wordende . Zij den selven souden ontfangen binnen de poorte en vandaar doen geleijden door vier Compagnijen burgers in ordre gerangschikt tot aen zijn logement , waer op gemelte Heren gecomd. geresteert zijnde , hebben d'Heeren Burgermeesteren 's anderdaaghs smorgens , zijnde Dinghsdach kennisse gekregen dat zijn Hoogheid 's avondts te vooren binnen Hoorn was gearriveert , dat de selve dien morgen vandaar naar Medenblik en vervolgens met des selfs jacht aldaar gereedt leggende , naar de Vlieter soude streckij in meninge omme des avondts met gemelte jacht binnen dese stadt te zijn en aldaar te vernachten , waerop des middags door d'Heer van 's Gravemoer zijn Hoogheid quartiermeester aen haar Achtb. gesonden zijnde een lijste van de namen der Heeren die zijn Hoogheid , accompagneerdij , zijnde de selve door Burgermeesteren gebiljetteert geworden om haar nachtrust te nemen als volght .

  • Den Heere Prince van Orangien met 3 kamer Dienaers twe pagies en 2 knechts gelooght int Collegie.
  • d'Heer Bentingh met t kamer dienaer en 2 knechts mede aldaar.
  • d'Grave van Nassouw , t kamerdienaer , 1 pagie en 1 knecht tot d'Officier Huijgh.
  • Heer van s'Gravemoer met 1 knecht tot Burgermeester van Gent.
  • d'Grave van Solms met 1 kamerdienaer , 1 pagie en 1 knecht tot de vice Admiraal Vlugh.
  • Heer van Opdam met 1 kamerdienaer en 1 knecht tot Burgermeester Blaeuwhulcq.
  • D'Heer Voorst met 1 knecht tot Burgermeester Florisz.
  • Heer Oijen met 1 knecht tot Burgermeester Mossel.
  • Heer van Rijswijck met 1 knecht tot Burgermeester Proost.
  • Heer van Marquet met één knecht tot schepen Proost.
  • Heer Linteloo met 1 knecht tot Burgermeester Compostel.
  • Heer Borssele met 1 knecht tot Burgermeester Admirael.
  • Heer Bridwits met 1 knecht tot secretaris Haack.
  • Heer Gattignij met 1 knecht tot schepen van der Sluijs.
  • Heer Kralingen met 1 knecht tot schepen Haack.
  • Heer Dorp met 1 knecht tot schepen van Rossen.
  • Heer Bruijnesten tot Burgermeester van Vossen.
  • Heer Balfort met 1 knecht tot secretaris Vis.
  • Heer Rijnens met 1 knecht tot schepen Homan.

's Avonds ontrent ten ses uijren kennisse gekomen zijnde dat het jacht ontrent den Geldersch Hoeck gekomen was , en bij Burgermeesteren vernomen zijnde dat het selve niet wel naar de stadt soude konnen ( avanccken ) door dien het tegenstroom stil ende in de windt was , hebben haar Achtb. den secretaris Haack afgesonden met een sloep gemant met 12 man naar het jacht van Hooghgemelte zijn Hoogheid omme uijt haar Achtb. name haren dienst aen zijn Hoogheid te presenteren , ende te versoecken dat zijn Hoogheid sich geliefde te bedienen van de gemelte sloep en volck omme alsoo des te eerder in de stadt te konnen komen , het zij of met boegschip of met het opdoen van het halve volck , aen de sloep van het jacht van zijn Hoogheid en alsoo met twe sloepen tegelijck zijn Hoogheid en desselfs suite aen landt te brengen zijnde alvoorens door ordre van haar Achtb. vijf Compagnijen Burgers daartoe uijtgeloot , in ordre gerangschikt , van de Blaeuwe Poort af de Bredestraat op na de Westerstraat en zoovoort naar het Collegie , door welcke wech haar Achtb. meenden zijn Hoogheid te geleijden . Den secretaris Haack met de sloep aen het jacht gekomen sij het selve geavanceert zijnde in het Noordergat tot dwars van het Giethuijs af is door ordre van Burgermeesteren zijn Hoogheid verwelkomt met seven schoten uijt het canon aldaar op de Beer leggende , en uijt het jacht met drie geantwoordt zijnde is deselve antwoorde met noch vijf schoten vandaar bedanckt . De stilte ondertussen meer en meer toenemende heeft zijn Hoogheid goedgevonden hem selven neffens sijne suite door de twe sloepen aen landt te doen setten zijnde op het passeren van het oorlochschip de Mercurius op de rede leggende met het lossen van alle het canon begroet , en vervolgens in de haven gekomen zijnde met het lossen van het canon van Willigenburgh en Denenburgh verwelkomt , de suite van zijn Hoogheid voor één gedeelte aen het Eijlandt gedebarqueerde en den donker van den Avondt reets zijnde gevallen heeft zijn Hoogheid goedgevonden hem tot voor de Bagine straat te laten roijen nadat alvoorens d'Heer Officier Mr. Cornelis Huijgh en den Hr. Primier Burgermeester Mr. Johan van Gent , bij Hooggemelte Zijn Hoogheid in de sloep wasch getreden d andrie drie Heren Burgermeesteren met de gedebarqueerde suite te voet naar gemelte plaatse gegaan zijnde , zijn ondertussen de Compagnijen geordonneert cito te marcheren na de Bagine straat om haar aldaar van de Dijck af tot aen het Prinsen Hoff in ordre te stellen . Zijn Hoogheid met de sloep aen gemelte plaatse gekomen zijnde , is op de wal ontfangen en geaccipieert door d'Heer Mr. Cornelis Huijgh , hooft officier Mr. Johan van Gent , Meijnardt Mossel , Garbrandt Blaeuwhulq en Mr, Walich Proost Burgermeester , beneffens den secretaris Haack , welcke in absentie ende bij ongelegentheijt van den Hr. Pensionaris van Vossen het woordt voerende , en hooggemelte zijn Hoogheid uijt name van de Regeringe gecomplimenteert en verwelkomt hebbende is vervolgens door de gerangeerde Burgerije en gaande tussen d'Heer officier Huijgh en den Heer Burgermeester van Gent gevolght van d andre Heeren Burgermeesteren en secretaris ( geconduist ) tot int Princen Hoff , nadat alvoorens ontrent tien a twaelf passen buijten de Poort van het collegie door d ( aenursende ) Raden ter Admiraliteit an Corps ware verwelkomt. Zijn hoogheid met de Heeren Burgermeesteren binnen getreden vonden aldaar in de groote zale twe tafelen door ordre van de Raden ten Admiraliteit gedeckt, om het avondmael aen zijn Hoogheid en gevolgh te geven doch is hooggemelte zijn Hoogheid directelijk getreden na sijn slaepplaats, sonder des avondts aen taefel te komen. 'S anderdach smorgens zijnde vast en bededach is zijn Hoogheid opgehaalt door den Heer Officier Huijgh en d Heer. Burgemeester van Gent gecondieert door de gerangeerde Burgerije, welcke de ganse nacht voor het collegie met een comp. de wacht hadden gehouden, tot in de Westerkerck gaande de zuijder deur in en zoo voort voorbij het orgel tot in Burgemeesters banck alwaar de Predicatie gehoort hebbende, is zijn Hoogheid met een Carosse geacompagneert met de graven van Nassauw, van Holms en d Hr. Bentingh zijnde met een andre Caros voorgereden door d Hr. officier en d Hr. Burgemeester van Gent bij haar hebbende d Hr. Opdam en Bridtwits, geleijt naer de werf om het oorlochschip aldaar op stapel staande te besichtigen welck gedaan zijnde is vervolgens langhs de haven door de Packtuijnstraet, Bredestraet en Westerstraet wederomme ..... in het Collegie, alwaer het middach mael geprepareert door ordre van d Heeren Burgemeesteren met deselve heeft gehouden, sittende aen de ene zijde van zijn Hoogheits tafel een gedelte van desselfs suite, en aen d andre zijde d Heeren van de stat de Maaltijdt gehouden zijnde en zijn Hoogheid begerende te strecken is deselve op zijn begeeren bij d Hr. officier en Burgemeesteren in des selfs slaapkamer, zijnde de stoof, door den secretaris Haack gecomplimenteert, bedanckt en gevalediceert en alsoo verolgens geleijt tot buijten de poort van het Princen hoff, aen desselfs karossen aldaar gereedt staande, waarmede door de voorgen. vijf Comp. burgers gerangeert van het Princen hoff tot aen de Westerpoort gereden zijnde, is alsoo uijt de stadt naar Hoorn vertrocken, werdende een salvo geschoten uijt het canon gelegen aen wedersieden de Westerpoort op den tinne bij de Keetepoort en op Denenburgh en is alsoo daarmede de actie geeijndight.