Waagstraat

Uit Bibliotheca Enchusana
Ga naar: navigatie, zoeken

Geschiedenis

  • Historie der vermaerde zee en koopstadt Enkhuisen - 20 april 1412 : Ontrent desen tijdt maekten die van de stadt volgens het verlof dat se van den Grave verkregen hadden twee sluisen in haeren havendijk, ten deele tot gerijf der huisluiden, en ten deele om schuuring door de stadt te brengen. D'eenewierdt geleidt onder de beuls brugge, nu het spuy voor Kreupels steijger : d'andre tusschen den Noorder Havendijk, en de Kernemelk - sluis. Daer wierdt ook een overslag of overtrekker geleidt daer nu de Waegstraet is ; want toen liep het binnenwater ten einde van de straet tot aen de Noorder havendijk, daer het stuitte. De Noorder en Suider havendijk waeren toen nog niet van den anderen gescheiden, en de haven liep rechtdoor. Men leide te dier tijdt noch een houte brugge recht voor de Koomenstraet, strekkende tot aen 't begin van de Westerstraet. Onder de selven wierden schut - of spuy deuren gestelt, om door dat middel de haven te suiveren. Want een van beide de sluis - deuren op het Suidt of Noordt openende, de andre sluitende, en 't water inlaetende tot dat de eene helft der haven vol was, soo liet men dan de middel - deur haestelijk opendoen, en 't water schielijk deurschuuren, tot groote verversching en suivering der stede.
  • 8 maart 1698 : Op het geproponeerde van de Hr. Primier Burgermr. Hagha gedelibereert sijnde is goetgevonden en verstaan de Hr. Burgermr. te authoriseren om over de twee huijsen het eene staande benoorden het stadthuijs en het tweede staande in de Waaghstraat genaamt de Roo Koe die om de sware verpond. gien gelt in het opveijlen hebben mogen gelden, met de Coopers te mogen accorderen aengaande de verpond., met welcke de selve sullen worden verlight.
  • 24 november 1732 : Hebben de Heeren Burgermeesteren en Regeerders der stad Enchuijsen verkogt en in volle eijgendom gecedeert aan Geertje Pieters een huijs staande aan het zuijd zijde van de Waagstraat, genaamt Texel, belent ten westen met Christoffel Hartwijk en ten oosten met de Stadswaag, en zulks voor een somma van vijffen twintig guldens , des zal de jegenwoordige daarop staande verpondinge blijven continueren , ende voorn. koopster gehouden zijn het gem. huijs ordentelijk te repareren en onderhouden.