Brontekst bekijken van Handtvest van Hertogh Philips de I. Rulbant van Hollandt, Anno 1425 den 23 Augustus; Van 't Fortificeeren der Stadt Enchuysen

*Philips Hertoghe van Bourgondien, Grave van Vlaenderen, van Artoys ende van Bourgondien, Palentijn, Heer van Salijns ende van Mechelen, Rulbant ende over der Lande van Hollandt, van Zeelandt ende van Vrieslandt; late u weten onsen goeden luyden van Westwoude, Grootebroeck, Luttekebroeck, Hoogh-karspel, Boven-karspel, Hem, Venhuysen en Oosterleeck, ad Widenes, hoe dat wy onse goede stede van Enchuysen overdragen zijn, dat sij die Stede Vesten ende begraven sullen ter bester oirbaer, om onse vyande te bet te wederstaen ende te weeren, ende want sy dat buyten hulpe van hoere ondersaten niet wel volbrengen mogen alsoo haestelijck als wel noot is; soo ontbieden wy onsen goeden luyden ende Dorpen voorschreven, ende bevelen elcken van u bysonder dat ghy onsen goeden luyden van Enchuysen helpt graven, elck twee of drie dagen, als ghy ledighste zijn mooght, wanneer sy 't van u begeeren, op dat ghy mede uwe hulpe ende goeden diensten uytte rechten meught, ofte te doen ware, ende des niet en laet. Ten oirconde desen Brieve ende onsen Signet hier op gedruckt, gegeven tot Amsterdam op ten drie-en-twintighsten dagh van Augusto, in 't Jaer ons Heeren MCCCC vijf-en-twintigh.

[[Categorie:Keuren en ordonnantiën van Enkhuizen]]

{{bron|1=
:*[[Handtvesten, privilegien, willekeuren ende ordonnantien der stadt Enchuysen]], blz. 23.
}}