Eenhoornsteiger

Uit Bibliotheca Enchusana
Ga naar: navigatie, zoeken

Geschiedenis

  • 12 augustus 1649 ( 3 ) : Is bij mijne Heeren Schout, Burgemeesteren ende Schepenen gekeurt en geordonneert als volcht ; de Eenhoornssteijger op te nemen en herleggen in Clinckert. Tot opsienders Jan ( Willemsz. ) en die man van Marij Bloemendaels.
  • 31 december 1702 : Hebben de Heren Burgemeesteren ende Regeerders der Stadt Enchuijsen aan Jan Laaf geaccordeert een ledigh erfjen leggende in de Eenhoorn Steegh, voor een somma van aghtentwintigh guldens twaalv stuijvers, mits dat het selve van nu voortaan van de verpondinghen vrij sal sijn.
  • 15 februari 1713 : Hebben de Heren Burgermeesteren en Regeerders der Stad Enchuijsen vercoght en gecedeert aen Gerrit Derdhalf het opstal van het huijs, staande op de Bredestraat aen de oostzijde, belent ten zuijden, Jan Rijksz. en ten noorden de Eenhoorn steijger, voor een somma van hondert gls. mits dat de verponding sal werden gereduceert op ses gls. en de coper wesen gehouden t selve afgebroken hebbende, in des selfs plaatze, een bequame afdack op te regten.
  • 11 december 1733 : Hebben de Heeren Burgermeesteren en Regeerders der Stad Enchuijzen verkogt en in vollen eijgendomme gecedeert, aen de Hr. Frans van Stralen, voor een zomma van eenen gulden, een oud bouw vallig huijsje staande aen de zuijd zijde van de Eenhoorn steeg, laast hebbende toebehoord aen Antje Evers, belent aen weer zijden met de Stad, mits dat gem. Heer Frans van Stralen, de tegenwoordige daarop staande achterstallige verpondingen zal moeten voldoen.

Bronnen, noten en/of referenties

Bronnen, noten en / of referenties: