Handtvest van Carolus Roomsch Keyser, Anno 1523 den 20 Maert; Van de twintigh Vroetschappen

Uit Bibliotheca Enchusana
Ga naar: navigatie, zoeken

Caerle by der gratie Godts gekooren Roomsch Keyser, altijdt vermeerder 's Rijcks, Koningh van Germanien, van Spangien, van Arragon, van Navarre, van beyde de Sicilien, van Jerusalem, van Hongarye, van Dalmatien, van Croatien, &c. Ertzhertoge van Oostenrijck, Hertoge van Bourgondien, van Lothrijck, van Brabant, van Stier, van Carnten, van Crayn, van Limburgh, van Luxenburgh, ende van Gelre, Grave van Habsburgh, van Vlaenderen, van Tyrol, van Artoys, van Bourgondien, Landtgrave van Elsas, Prince van Swabe, Marckgrave van Burgauw ende des heyligen Rijcks, van Hollandt, van Zeelandt, van Phyrt, van Kyburgh, van Namen ende van Zutphen, Grave, Heere Vrieslandt, van der Windischmarck, van Portenauw, van Salijns ende van Mechelen; allen den genen die desen onsen brieven sullen sien saluyt: van wegen onsen wel beminden die Schout, Burgermeisteren, Scepenen, Rade ende gemeen porteren onser Stede van Enchuysen, is ons te kennen gegeven geweest, hoe dat achtervolgende sekere Privelegien der voor schreven Stadt by onse voirsaten gegeven, ghegont ende geoctroyeert, in der selver Stadt over lange Jaren zijn geweest twintigh mannen, van den alderrijcksten der voirsz. poorterye, by admisse van den welcken twintigh mannen, overmits hoerluyder rijckdom, worden alle d 'affairen van der selver Stadt geregiert en gegouverneert, ende uyttet buyck van de voorsz. stede hebbende vier Burgemeisteren gecoren geweest naer ouder haircomen, van welcke vieren alle Jaren die drie vernieuwet woren op ten Jaersdagh prima January, maer by langheydt van tijden, ende onder 't dexel van den voorschreven rijckdom, soe hebben die voorschreven poerters hemluyden grotelijck verabuseert, ende noch dagelijcks verabuseeren: want niet jegenstaende of die voorschreven gecoren twintigh persoonen bequaem en soufficant zijn ten voorsz. regimente dan niet, behoudelick dat sy luyden rijck zijn van sekere quantiteyt van goeden, soe worden sy totten voorschreven regimente gecommitteert, dat meer is, soe en sal niemandt die alsulcken rijckdom niet strecken en magh ten voirschreven regimente komen, of daer toe gecoren worden, hy zy daer toe oock bequaem of niet, boven desen als 't ghebeurt dat eenigh van den twintigh mannen, wel bequaem zijnde ter voirschreven regimente, by eenighe gevalle als van huwelick, oirloge, ongeluck van der Zee ofte ander quade fortune, comt tot minderinge van sijnen goeden, ende niet meer soe veele scot ponden en mochte op-brenghen als hy wel eer gedaen hadde, ende bequaem zijnde om van den rijcksten gheestimeert te zijn, soo wordt alsulck een sonder sake ofte redenen verlaten ende gedestitueert, ende een ander in sijn plaetse, rijcker van goede sonder voirder aenschouw te nemen gestelt, sulcks dat door dien dagelijcks groote inconvenienten gebeuren, want van den twintigh voorsz. die ter causen van hoerluider rijckdom gecooren moeten worden, naer oude haircomen, welcke goeden hemluyden dickwillen lichtelijcken aengecomen is, als by besterfte oft andere fortune, eenigen ende somwijlen den meestendeel seer onbequaem zijn ter Regimente onser voirsz. Stede, soe overmits heurluyden Jonckheyt, onbesochtheydt niet secreet zijnde, als oock dat sy van ander linie ende geslachte zijn, nairmagen met malcanderen, al jegens dispositie van gemeyn ghescreven rechten, bevinden oick die suppliant, dat alsoe onse voorsz. Stede ende gemeyn poorterye alleenlijck staende es op te Coopmanschap, bysonder in 't reysen ter Zeewaert inne; waeromme ter selfder goede toesicht behoeft, dat 't voirsz. getal van die twintigh mannen te luttel is om ten voirsz. Regimente te voldoen: ende gemerckt dat alle 't geen dat voirsz. is niet alleenlick en comt tot groeten verachtinge ende scade der voorsz. supplianten, mair oock in minderinge van onsen Hoogheydt van Justitien der voirscrheven Stede, ende moegelijck noch meer sal, en wort hier inne niet voorsien, versoeckende oitmoedelijck te hebben anschouw dat voorsz. is bysonder op die voirsz. abuysen ons believe die selfde te aboleren ende te niete te doene, octroyerende, gunnende, consenterende ende ordonnerende, dat voirt in de plaetse van de voirsz. twintigh mannen, voir d'eerste reyse sullen ghecoren worden by d'oude ende nieuwe Burgermeesteren vier-en-twintigh mannen, ten Regimente der voorsz. Stede, die wijste, nutste ende bequaemste, die de voirsz. kiesers naer hoerluyden conscientie, eede ende beste wetenscap, die sy van allen den burgers ende poorters der voirsz. Stede, weten sullen, oudt wesende dertigh jaren oft daer boven, sonder dat onder hemluyden sullen moghen zijn Vader en Sone, Broeders, Swagers ofte andere Namagen na gemeen recht verboden zijnde, ende dat men alle Jaire om die bequaemheydt wille, naer ouder haircomen ende Privilegien, uytte voorsz. vier-en-twintigh van de bequaemsten kiesen sal drie Burgermeisters, ende soe wanneer dat gebeurde dat een ofte meer van den voorsz. vier-en-twintigh mannen deser werelt overleden of uyter Stede ter woninge trecke, dat indien gevalle die ander van den selden vier-en-twintigh gesamentlick sullen moegen kiesen een ofte meer bequame persoen ofte personen, in den plaetse van den overleden, van den oudtheydt ofte vertrocken zijnde, in den manieren voorschreven; ende dat die voirsz. persoenen gecoren zijn, schuldigh sullen zijn heuren behoerlicken eedt te doen, in handen van den Schout, Burgermeesters der voorsz. Stede, van getrouwigheydt der Stadt profijt te soecken, naer haer-luyder beste wetenschap, eede ende conscientie 't beste te raden, ende sonderlinge secreet te zijne, ende andersints naer oude gewoonte te doen, ende op allen den supplianten te willen doen expedieren onse Brieven van Octroye, Privelegien ende Ordonnantien, in behoorlicker vorme hemluyden houden ende bewaren, in allen heuren anderen Privelegien, oude haircomen ende gewoonten, ende sonder onverminderinghe der selfder; wairomme wy desen anghesien ende hier op gehadt 't advijs van onsen lieven ende getrouwen den Praesident en luyden van onsen Raede in Hollandt, wy den voirnoemden thoendere ghegeven wesende tot heuren voorsz. bede ende begeerte, by deliberatie van onsen seere lieve Vrouwen ende Moeyen, die Ertz-hertoginne van Oostenrijcke, Hertoginne ende Gravinne van Bourgondien, Regente ende Gouvernante onser Landen van herwairts over, ende ten admissie oick van onsen lieven ende getrouwen die hooft Praesident en luyden van onsen secreten Rade, neffens haer wesende geoctroyeert ende gewillekeurt hebben, octroyeren ende willekeuren, hen gegeven oirlof ende consent uyt sonderlinge gratie mits desen onsen Brieve, den Vroetscap onsen voorsz. stede van Enchuysen, totten getalle van twintigh mannen te moegen contnueren, ende dat die oude ende nieuwe Burgermeesteren, voir een ende d'eerste reyse sullen mogen procederen tot nieuwe electie van dien voirsz. twintigh mannen, uytten buyck onser voirsz. Stede van die wijste, bequaemste, verstandighste, notabelste en nutste, die sy in heuren concienten bevinden sullen, oudt wesen dertigh jaren ende daer boven, sonder anschouw te nemen op haeren rijckdom, maer principalick op d'experientie ende verstandenisse van den genen die men sal willen kiesen, sonder oick in 't selve ghetal van twintigh persoenen te moeghen kiesen die Vadr met den Sone, noch oick twie Gebroeders te samen, oft Swagers, oft andre naer Magen, die naer een ghemeen recht verboden zijn van een Collegie te wesen, ende dat men Jaerlijcks altijdt uyt die twintigh, ten gewoontlicken tijde kiesen ende nemen sal, drie Burgermeesteren van den bequaemsten, die men Jaerlijcks naer gewoente te vernieuwen pleeght, ende of 't ghebeurde dat een ofte meer van den voirsz. twintigh mannen deser werelt overleden, ofte buyten Stede ter wooninghe trocke, dat in dien ghevalle die andere van den voirsz. getalle van twintigh, ghesamentlick sullen moegen kiesen een ofte meer bequaem persoen ofte persone, in den plaetse van den overleden of van den geenen die hem van der voorsz. Stede ter wooningen absenterende is, ende dat die persoone die sulcks gecoren sullen zijn, schuldig sullen wesen heuren behoirlijcken ende gewoontlicken eedt te doene, in handen van den Schout ende Burgermeesteren onser voirsz. Stede; op dat die selve mitsdien eerlijck ende wijselick geregiert magh worden, tot haeren welvaert ende onderhoudenisse der voirsz. Stede, ouden Haircomen ende Privelegien, als aengaende die vernieuwinge ende electie van den Burgermeesteren van dien onvermindert, ende blijvende in heuren state ende wesen, alle fraude ende deceptie uytgesondert, des sullen die voorsz. supplianten gehouden wesen desen onsen Brief te seinden in onse Reken-Camer in Hollandt, om aldaer geregistreert te worden al eer sy van den effecte van dien sullen moghen gebruycken, duerende die selve octroy tot onsen wederseggen: ontbieden daeromme ende bevelen onsen lieven ende getrouwen die Stedehoudere, Praesident ende luyden van onsen Raede en Rekeningen in Hollandt, Schoutten van Enchuysen ende allen anderen onsen Rechteren, Justicieren, Officieren ende ondersaten, wien dat aengaen ofte aenroeren sal moegen, heuren Stedehouderen ende elcken van hen besonderen, soe hem toebehoren sal, dat sy de voornoemde van Enchuysen van dese onse octroy, oirlof ende consent ende van al den inhouden van desen, in der voegen ende manieren, ende tot onsen wederseggenals voorsz. is, doen, laten ende gedoegen, rustelijck ende volcomelick ghenieten ende ghebruycken, sonder hem te doen ofte laten gheschien eenigh hinder, letsel oft moeyenisse ter contrarien, want ons alsoe gelieft.

Des t' oirconden hebben wy onsen Zegel hier aen doen hangen, gegeven in onsen stadt van Mechelen, den xx. dagh van Maerte, in 't Jaer ons Heeren duysent, vijf hondert en drie-en-twintigh, ende van onsen Rijcken, te weten van den Roomschen, ende van Hongarye, &c. 't vijfste, ende van Spanjen, &c. 't achtste; boven op de ploy stondt geschreven, by den Keyser en sijn Rade, aldus onderteeckent A. Dublione, ende was gezegelt met den grooten Zegele van den Keyserlijcken Majesteyt, in roode Wasse; ende op 't selve ploy stont noch geschreven 't gene hier na volght: dese Brieven navolgenden haren inhouden zijn gheregistreert in der Camere van den Rekeninghen in den Haghe, in 't witte ruyge register, beginnende den eersten dagh in Octobri, Anno xvc. ende sesthiene, solijs CLxxij., CLxxiij. rustende in den voorsz. Camere, ende dit by bevel van den selven luyden van den Reeckeninge. Actum den xx. dagh in Maye, Anno XVC. ende vier-en-twintigh, by my ondertekent Damas. Gecollationeert ende bevonden accorderende met sijn originael by my Marck Prenost, openbaer Notaris in den Secreten Rade, ende in den Rade van Brabandt geadmitteert, oirconden mijn handteecken hier onder gestelt, den xj. Februarij, Anno xvc. lxij. stilo Brabant.

M.Prenost, Notaris.


Bronnen, noten en/of referenties

Bronnen, noten en / of referenties: