Instructie voor een Baas of Meester knegt in de Stads Smit - 21 januari 1771

Uit Bibliotheca Enchusana
Ga naar: navigatie, zoeken

[bewerken] Instructie voor een Baas of Meester knegt in de Stads Smit - 21 januari 1771

  1. Dewijl de directie van de stads- Smederij aan den Boekhouder van stads Magazijn en opziender van de stads timmerthuijn volgens zijn instructie is aanbevolen en toevertrouwt, zo zullen de Baas of Meester knegt, en knegts dezelve als zodanig erkennen, en vervolgens geen werk onder handen nemen als met overleg van dezelve, die gehouden is daar van benevens hem aan Heeren Commissarissen van de Thesaurie op zijn tijd Rapport en verantwoordinge te doen.
  2. Dezelve zal zo wel als zijn onderhebbende volk stiptelijk in agt nemen de gewoonelijke tijd om te arbeijden, en zig ten dien einde des smorgens ten vijf uurenin de Smederij laten vinden, en zorgedragen dat zulks ook door de onder hem bescheijdene knegts werdt geobserveert en nagekomen, werkende zo ider dag, mits de behoorlijke en gewone schaftijden houdende, tot des avonds ten 6 1/2 uuren toe, exept des Zondags, en op andere Feestdagen, ten ware in hoge noodzakelijkheijd, 't geen ter ordonnantie aan Heeren voorsz. zal staan doch op Zaturdag zal des nademiddag maar tot drie uuren gewerkt werden.
  3. Dezelve zig stiptelijk op en bij het werk latende vinden en met een goed voorbeeld voor gaande zalgoede ordre en toezigt houden op het arbeijdsvolk, ten einde een ider van dezelve het hem aanbevolen werk na behoren met allen naarstigheijd en voldoende arbeijd komt te veriigten, en igevalle zulks na vereijsch van het werk niet werdt uitgevoert en nagekomen, zal hij den gebreken en de abuijzen aantoonen, doende de fouten verbeteren en in cas van merkelijk tegenspraak en ongehoorzaamheijd, zal hij zulks aan den voorsz. Boekhouder en Opziender te kennen geven, die dan zodanige correctie zal doen, als zal werden bevonden te behoren, het welk ook Plaats zal hebben, zodanig ijmand niet nugter en arbeijdsaam en ordentelijk quam te gedragen, zullende de voorsz. Boekhouder en opziender van zaken van meerder aan belang, en indien de gedaane correctie van geen nut en vrugt is, terstond kennisse geven aan Heeren Commissarissen voorsz., om met suspensie of cassatie na bevind van zaken in deze te handelen.
  4. Dezelve zal de sleutels van de Smederij onder zijn bewaring hebben, gelijk ook de Boekhouder en de opziender voorsz. en dezelven zullen aan niemand buiten ordre en qualificatie werden toevertrouwd en dus zal de Baas of Meester knegt des morgens ter behoorlijke tijd de deur openen, en des avonds zelvs weder toe sluijten nadat alvorens het vuur en ligt na behoren zal wezen bezorgt, op dat daardoor geen Brand of andere ongemakken werden veroorzaakt, en op dat zulks te secuurder geschieden zal hij over het vuur zetten een ijzer of koperen stolp, en 't ligt mede uit de Smederij nemen, en alvorens na bed te gaan bij donker alle avonden, wanneer gewerkt is behoorlijke visitatie doen.
  5. Dezelve zal zorge dragen, dat het werk hem aanbevole, zo door hem als de knegts na behoren wert gesmeet, en zo veel doenlijk werden gemaakt tot de gerequireerde lengte, dikte, en zwaarte, gebruikende daartoe, zo het werk zulks niet anders vereijst, oud ijzer, en anders nieuw, op welke beijde soorten behoorlijke agt zal geven, dat al het zelve ten dienste van de stad wert gebruikt en verarbeijdt, en dat geen smeedkolen onnodig werden gestookt en dus verspilt.
  6. Dezelve ijzer, zo oud als nieuw, alsmede smeedkolen gelijk ook andere goederen zonder onderscheijd van wat soort van noden hebbende, zal hij die materialen vragen, en op 't gewigt en de maat ontfangen als mede voorsz. goederen van de Boekhouder en opziender voorn. en daarvan aan dezelve behoorlijk verantwoordinge doen, en dus bij ider ontfang aantekenen, wanneer en hoe veel hij heeft ontfangen, en bij de aflevering of gebruik van het gesmede ijzer 't zelve weder ten overstaan van de Boekhouder en opziender voorsz. doen wegen, op dat men de minwigten, leccagie en spillagie kan weten.
  7. Hij zal niemand eenig oud of nieuw ijzer nog smeedkolen mogen leenen, veel minder verkopen, maar hij zal al 't zelve alleen houden en gebruijken ten dienste van de stad, en zowel de enden van de staven, als verder afval, aan de Boekhouder en opziender voorsz. verantwoorden, en wel zorge dragen, dat in de Smederij niet werdt gewerkt, nog iets gemaakt of vermaakt, als alleen ten dienste van de Stad.
  8. Hij zal niemand in de Smederij admitteren, als als die alleen aldaar in dienste van de stad komen, en die nog niet langer, dan haar komste vereijst & indien ijmand aldaar komende op zijn verzoek de Smederij niet wil uitgaan, zal hij daarvan ten eersten aan de Boekhouder en opziender voorsz. kennisse geven, om ordre te stellen dat zulks geschieden.
  9. En gemerkt dezelve voor het doen en laten van de knegts zal aansprakelijk en verantwoordelijk wezen, zal hij toezien van goede knegts voorzien te wezen, die zich nugter en vlijtig, getrouw, en in allen ordre gedragen, en zig benevens hem onthouden van allen verkoop, inkoop, leening, en misbruik, van stads - goederen en materialen.
  10. Hij zal allen Zaturdagen door de voorsz. Boekhouder en opziender aan Heeren Commissarissen voorsz. doen opgeven wat in die week is gedaan, gemaakt en gewerkt, in de Smederij, en zig met overleg van dezelve daarop uitleggen, dat altoos genoegzaam gemaakt ijzerwerk voor het zeewerk aan handen en in voorraad is.
  11. Dezelve zal voor dagloon genieten 20 stuivers daags, en hebben en houden een vrije woning in het huijs daar toe geschikt.
  12. Dezelve zal deze zijne Instructie, met Eede beloven te zullen nakomen, en doen nakomen, in allen hare Poincten en Deelen.
  13. De Heeren Burgem. en Vroedschappen reserveren aan haar deze Instructie te mogen ampliëren, diminueren en altereren zo als haer Ed. Agtb. zullen vermeenen te horen.