Ordonnantie Provisioneel beraemt bij de ghecommitteerde Capiteijnen ende Luijtenanten op t stuck van de schutters wacht ende bewaringhe van de stadt Enchuysen - 19 oktober 1665

Uit Bibliotheca Enchusana
Ga naar: navigatie, zoeken
  • Omme de stadt Enchuysen met goede ordere te bewaren, ende bewaken mitsgrs. alle goede harmonie eenichheijt ende vrindtschap onder de schutteren vandien te onderhouden is ghord. ende ghestatueert als volght.
  1. Alle schutters sullen voortaen hoofd voor hoofdt selfs in psoon moeten waken, niemand uijtgesondert, als alleen de heeren Burgerm : Schepenen, Vroedtschappen ende Secretarisen in der tijdt te weten, Vroetschappen gheen Capiteijnen, Luijtenanten of Sergeanten zijnde in voegen dat Vroedtschappen, Capiteijnen, Luijtenanten ofte Sergeanten zijnde het waken in psoon mede subject sullen wesen.
  2. Van het waken sullen mede schoont wesen de respective Vendrichs gheduijrende haer dienst mitsgrs. die t sestich jaren ende daer boven oudt zijn, de sieken gheduijrende haer ziekten ende de ghevanghenen soo langhe sij in hechtenisse worden gehouden, doch sullen de ghene die van huijs zijn ten tijde van haer respective wachten, voor de eerste reijse betalende volstaen sonder gheduijrende deselve hare uijtwesen hare wachten wederom omkomende tot verdere betalinghe ghehouden te zijn.
  3. Een ijder sal waken met zijn sijdt gheweer en soodanich hals geweer als daer op hij ghestelt is, des sullen de spietsdragers mogen volstaen met een goede en scherpe halvelance en de musquettiers met een goedt roer ofte musquet ende een bandelier versien met een half pondt buskruijdt, ses koegels ende een vadem aengesteken londt op de beurte van ses st.
  4. Alle nachten sal een Capiteijn Luijtenant ofte Sargeant int Stadthuijs ende alomme commandeeren naer wiens raedt ende ordere alle ende een jeder de wachtmr. incluijs hun sullen hebben te gedragen ende sullen de voorz. Officieren alle de wachts psoonen naer ordere, tot hunne toevallende Corps du Guarde, ende de ...schietende, soo daer eenighe mochten sijn, derwaerts het hun goedt dunckt mitsgaders de ronden moeten uijtsenden dat iedereen sal moeten respecteren ende nakomen, op boete van twaelf st.
  5. In alle Corps du Guarde sal een Corporael ofte ( lands missalt ) als Rotmr. die sulx Ampte halven of bij beurte toekomt het ghesegh hebben over het uijtgaen ende inkomen der schildtwachten, ende de selve met goede ordere manieren ende bestellen op de verbeurte van tien stuijvers.
  6. Het stadthuijs, de blaewe poordt, willigenburg, denenburgh, westerpoort, de voerdtboom, de oudegouwsboom, ende de mondt van de Noorderhaven sullen alle nachten met behoorlijke aental van wachters beset worden, te weten de somertijdt te reekenen van den 21 martij tot den 21 september met drie schildtwachten, ende een Corporael ofte Rotmeester ende de vordere wintertijdt met een man meer, des sal daerenboven de kete, ende de Noorderpoort in de somer tijdt met ses, ende in de winter tijdt met acht mannen worden bewaekt waer van de eerste helft bij de ketepoort de wacht sal hebben aen de muijr op ter tinne, ende de ander helft voor de Corps du Guarde, ende aen de Noorderpoort de eerste helft bij haer Corps du Guarde, en de ander helft bij de Beer behoudens dat de voorghemelte plaetsen in een extraordinarie voor vallentheijt ende toestandt van saken met soo veel persoonen meer sullen werden beset als na exigentie bevonden sal worden noodichst ende oirbaer te zijn.
  7. In voorghemelte somer tijdt sal de wacht uijtghestelt werden des avonts ten negen uijren, ende in de vordere winter tijdt ten acht uijren ende gheheele nacht over behoorlijck worden onderhouden sonder dat de ghestelde plaetse van hunne schildt wachten of de Corps du Guarde van andre wachten sullen mogen verlaten en ontbloot werden voor dat smorgens de poorte bij trommelslach sal werden geopent op de boete van twaelf stuijvers bij ijder afgaende te verbeuren.
  8. De ghene welkers wachten in het stadt huijs wesen sullen, sullen gheduijrende haer quartier van de ronde te moeten doen in de schutters kamer niet vermogen te komen, ende sullen hare ronde wel ende ten vollen moeten doen, soo wel buijten om als binnen deur, ende op alles goede acht nemen, op de boete van tien stuijvers bij ieder ghebreekighe te verbeuren.
  9. De respective ronden sullen in de tijdt van ander half uijr van haer uijtgaen af te rekenen, niet weder in 't stadthuijs mogen komen op de boete van ses stuijvers bij ieder contraventeur te verbeuren.
  10. Die een halve lance bij de heeren Burgermeesteren tot het doen van ronde in 't stadthuijs bestelt mede neemt sal ghehouden zijn de selve soo goedt als die op sijn ontfangh was wheerghekomen sijnde over te leveren, in handen van Rotmeesteren op de boete van drie stuijvers.
  11. Die hare wachten in t stadthuijs wesen sullen, sullen de poorten deses stadts, na dat hun te beurt sal vallen helpen openen sonder eerder naer huijs ofte elders te vertrecken, op de boete van twaelf stuijvers ten laste van den Commandeur orde ses stuijvers ten laste van een ander desen contrarie doende.
  12. De Rotmeesters aen alle de Corps du Guarde sullen het woordt ofte de leuse van de ronden ontfanghen, alleen de ronden sullen mogen passeren uijtghesondert dat sij ghehouden sullen sijn, den Commandeur ofte wachtmeester soo die de eerste ronde doet het woordt te gheven, op dat bevonden mach werden of de Rotmeester het woordt vergheeten soude mogen hebben of niet alles op de boete van ses stuijvers.
  13. Die op sijn schildtwacht daer hij hij op ghestelt is slapende bevonden wordt sal verbeuren tien stuijvers.
  14. Ende sal een ieder de schildtwacht daertoe hij volgens ordere ghecommandeert is wel ende na behooren, moeten houden ende waernemen op de verbeurte van tien stuijvers.
  15. Niemandt sal vermoghen op de bancken voor 't vuijr staende, hem ter slape leggen op de verbeurte van drie stuijvers.
  16. De Rotmeesters sullen het woordt aen hunne rotghesellen niet overgheven ofte bekent maken, door schrijven aen de wandt of andersints directelijck of indirectelijck op de verbeurte van vijfentwintich stuijvers.
  17. Niemandt sal op de wacht met teerlijnghen, de kaert, of andere spelen hoe die soude mogen vermogen te zijn afspelen op de verbeurte van een gl.
  18. Die op de wacht bier, wijn, brandewijn, of ghedistileerde wateren haelt ofte laet halen sal verbeuren twaelf stuijvers.
  19. Niemandt sal van de wacht t sij de ronde, ofte schildwacht waerop hij ghestelt is uijt het stadt huijs of andere Corps du Guarde na een herbergh, eenighe andere plaetse of selfs na sijn eijgen huijs moghen strecken, op de verbeurte van ses gls, doch eenighe noodt sakelijckheijt iemandt voorvallende, sal de commandeur of in des selfs absentie de wachtmeester in t stadt huijs, ende de commanderende Corporael in de Corps du Guarde daer over mogen dispenseren.
  20. Niemandt wie hij zij sal vermoghen beschonken of dronken op de wacht te komen, op de verbeurte van ses stuijvers.
  21. Alle ende een ieder sij ghehouden sich modest, ende sedich op de wacht aen te stellen sonder eenighe petulantie of de minste moetwil aen te rechten, op de verbeurte van twaelf stuijvers.
  22. Niemandt sal vermogen den anderen te injurieeren of verongelijken, met woorden of werken directelijck of indirectelijck in geen derhande maniere op de verbeurte van vijftien stuijvers.
  23. Veel min sal d' een d' ander vermogen te slaen, quaedwillens aen te tasten schoppen of stooten op de verbeurte van twe guldens en tien stuijvers.
  24. De sijn mes of ander gheweer of instrument trect, of aenveert om een ander te grijven, of quetsen, sal verbeuren twaelf gls.
  25. Die een ander met een dierghelijck gheweer of instrument quetst of grieft sal verbeuren vier en twintich gls. alles behoudens ende onvermindert de heer Officier sijn recht ende actie tegens de soodanighe competeerende.
  26. Niemandt sal sijn roer of musquet buijten noodt mogen afschieten nadat de poortklock des avonts, ende voor dat deselve des morgens gheluijt sal zijn op de verbeurte van een gulden tien stuijvers.
  27. Ider schutter in 't gheheel van wacht blijvende sal verbeuren tien stuijvers des hij de selve voor 't oplesen van wacht aen de waghts bode doet behandighen sulx nalatende sal dertien stuijvers moeten betalen.
  28. De Commandeurs de wacht versuijmende sullen een gulden moeten betalen.
  29. Wel verstaende dat die ghene, die na 't oplesen van sijn naem komt, betalen sal drie suijvers tot half tien uijeren toe, ende na half tienen tot tienen toe komende vijf stuijvers, mits sich alvooren aen de Commandeurs praesenterende ofte bekent te makende. ende voorts na klockslach van tienen komende de ghehele boete, de Commandeurs allesints voor dubbelt gherekent.
  30. Alle ende een ieder Commandeur, minder officier ofte schutter, sijn vader, ofte moeder, vrouw, of kindt, suster of broeder, groot vader of groot moeder, oom, muije, swager of swagherinne, afghesturven zijnde ende tentijde van sijn wacht over huijs staende, sal voor die reijse van sijn wacht verschoont wesen, oock die welkens vrouw in de kraem leijdt, soo langh het kraembedt duijrt. Ende sullen alle de voorz. boeten komen, ten behoeve van de gheheele schutterie oock des morgens na dat se vervallen zijn ghehaelt ende gheinnet werden, mede ( ist noodt ) met aentastinghe van pandt op krijghsrecht bij de wachtmeester beneffens de wachtsbode sonder dat de persoonen in het doen van voort Executie ofte andersints sullen mogen gheresisteert gheinjureert, ofte qualijck toeghesproken werden op poene van seventien ponden ende daer en boven arbitrale correctie van Schepenen.

Bronnen, noten en/of referenties

Bronnen, noten en / of referenties: