Ordonnantie voor de Drilmeester - 1 november 1747

Uit Bibliotheca Enchusana
Ga naar: navigatie, zoeken
  1. De Schutters sullen haar modest en zeedig moeten dragen, ook haar onderwijzer behoorlijk respect bewijsen.
  2. In het leeren sal den eene den ander niet vermoogen te beschimpen, bespotten, ofte belagchen op de verbeurte van 3 stuijvers.
  3. Die geen Schutter is nog te onder het compagnie het welk geexerceert wordt, niet behoort, sal in de leerplaats niet vermoogen te compareeren, als alleen met goed vinden en consent van de leermeester, voorts op de verbeurte van 6 stuijvers.
  4. Ende sullen deselve geen wapenen moogen ( aantasten ), meede op verbeurte van 6 stuijvers.
  5. Niemant sal vermogen dronken of beschonken in de voorn. plaatse te koomen op verbeurte van 6 stuijvers en sal daar en boven aanstonds sig van daar moeten vervoegen sonder eenige oppositie op poene van arbitrale correctie.
  6. Niemant sal vermogen onder het exerceeren tabak te rooken, ofte bier en andere drank in de voorn. plaatse te drinken ofte doen haalen op de verbeurte van 6 stuijvers.
  7. Niemand sal de naam des heeren ligtvaardig moogen gebruijken, vloeken of sweeren, op de verbeurte van 12 stuijvers.
  8. Niemant sal den anderen moogen verongelijken of injurieeren met woorden, ofte werken, op poene van 6 stuijvers, en dat hem de leerplaatse sal werde onseijt.
  9. Die sijn Stamper laat vallen sal verbeuren 3 stuijvers.
  10. Die sijn Snaphaan laat vallen sal verbeuren 3 stuijvers.
  11. Niemant sal sijn Snaphaan moogen laaden ende afschieten op verbeurte van 6 stuijvers.
  12. Die sijn Snaphaan aflegt , sal deselve moeten schoonmaken eer hij die weg legt, op de verbeurte van 3 stuijvers.
  13. Die haar oefenen met de Piek sullen deselve insgelijks bequaamelijk aantasten en weg leggen.
  14. Die deselve in het oefenen laat vallen sal verbeuren 6 stuijvers.
  15. Die buijten de gemelde tijdt gelieft onderweesen te werden, sal de meergemelde meester contentement moeten doen.
  16. De breuken in de voorn. articulen vermelt sullen aanstonds sonder eenig tegens spreeken, moeten betaalt worden ten behoeven van het compagnie onder welke sij gehoorende sijn, alles behoudens en onvermindert den heer Officier sijn regt en actie op ende tegens die geene die eenige moedwil off petulantie sal hebben aangeregt.
  17. De drilmeester sal ook in de winter maanden als van primo october tot ultimo maarte, drie daagen in de week als Maandag, Donderdag en Zaturdag, des avonds een uur voor het luijden van de poortklok, moeten vaceeren om de vrijwilligers op de exercitie plaats in de wapenen te oefenen.
  18. De drilmeester sal ook het opsigt hebben over het geweer behoorende aan deese Stadt en het selve door een knegt uijt de stads smit in een ordentelijke staat doen houden en op sijn tijdt laaten schoonmaken.