Ordonnantie voor de Waagmeester - 14 mei 1784

Uit Bibliotheca Enchusana
Ga naar: navigatie, zoeken

De Heeren Schout, Burgemeesteren en Schepen der stad Enkhuizen, geinformeert zijnde, dat alhier ter Waage eene mindere uijtslag aan de waaren en goederen wort gegeven als wel in andere steden, hebben goedgevonden en verstaan provisioneel te ordonneren, gelijk geschied bij dezen, dat de Waagmeester ofte die gene, die hem bij absentie representeert in 't wegen en geven van de uijtslag op ieder wik der goederen en waaren alhier ter Waage komende zich na de navolgende articulen zal hebben te reguleren.

  • Articul 1 : Dat bij het wegen van alle goederen en waaren, die bij het pond op en neer gewogen worden, van ieder wik boven 100 tot 600 ponden, 2 pond en boven de 600 ponden, 4 pond uijtslag, zonder meer, zal moeten gegeven worden; uijtgezondert die goederen en waaren waarvan in de volgende articulen zo omtrent het wegen als den uijtslag gesproken wordt.
  • Articul 2 : Dat het wegen van de bonden oostersche ( neringh ) Scheep ankers en dreggen boven de 600 ponden, ijzer canon boven de 600 ponden en de varkens bij de 5 pond op en neer, zal blijven een uitslag van hebbende van een twee drie dog onder de 5 ponden: Zoo zal worden uitgesproken; maar in 't huisje hangende of een twijffelaar zijnde, 5 pond minder, dus ten voordele van de koper.
  • Artikel 3 : Dat het metaal, koper, lood, en tin, mede als voor deze bij 't pond op en neer zal worden gewogen, een uijtslag hebbende, zoo worden uitgesproken, in 't huisje hangende of een twijffelaar zijnde 1 a 2 pond minder, naar de veelheid van 't gewigt dat op de schaal is, zal vereischen.
  • Articul 4 : Dat de tobbens, kisten sleijboter, ook op de ouden voet, voor zoverre die alleenlijk gewogen worden, om daar naar slands impost op de boter te betalen, ruig weg, zullen gewogen worden.
  • Articul 5 : Dat de Vaatboter mede als voorheen zal gewogen worden een uitslag hebbende, zal worden uigesproekn : een twijffelaar zijnde, 1 pond minder.
  • Articul 6 : Dat de kaas zo zoetemelksche als grovekaas, bij 't pond op en neer zal gewogen worden, in 't huisje hangende of een twijffelaar zijnde, 1 a 2 pond er af, en daaren boven van ieder soo hondert pond gewigts, die op de schaal is, 1 pond uitslag aan de koper of ontvanger zal gegeven en dus zo veel ponden minder uitgesproken worden.
  • Articul 7 : Dat de door regen of anderzints nat gewordene ofte ook spillende waaren, ene ruimere uijtslag zal moeten gegeven wordende als het an den aart der waaren en de practijcq zal voorkomen. dus dat natte koe of ossenhuiden met 2 ponden uitslag per huid zullen moeten gewogen worden. Zullende de waagmeester, ofte die hem representeert, zich in alles na deze articulen, en beste wetenschap moeten gedragen. Wijders hebben de Heeren voornt. vermits het gewigt der vaatboter op vele plaatzen verhoogd is, goedgevonden, omtrent het opzetten van t gewigt voor de vaatboter, waarvan op 't laast van 't eerste articul van de ordonnantie op de Waag, in dato 28 oktober 1654 gesproeken word, te altereren: gelijk geschied bij dezen. Dat van nu af tot nadere ordre voor een tonne boter zal worden opgezet 360 ponden, voor een half vat 180 ponden, voor een vierendeel 90 ponden, voor een agtendeel 45 ponden, en voor een sestiende deel 23 pondenWerdende het gewigt van 't hout der tonnen gedeeltens gerekent op 40, 20 10, 5, 3 ponden, en de boter netteo 320, 160, 80, 40 en 20 ponden. En laastelijk dat met betrekking tot het II articul van de ampliatie op de voornoemde ordonnantie in dato 6 juli 1708 alwaar de tijd der verkoop van de kaas, op de kaasmarkt bepaald wordt, niet voor de klokke agt uurs geslagen heeft, te moge geschieden, provisioneel verandert wordt niet voor de klok negen uuren zal geslagen hebben, op de boete in 't gemelde articul gestatueert. Blijvende voor 't overige meergemelde ordonnantie en ampliatie in haar geheel.