Hoofdpagina: verschil tussen versies
Uit Bibliotheca Enchusana
(→De Stadsrechten van 27 Januari 1356) |
(→Stadsuitleg) |
||
Regel 18: | Regel 18: | ||
[[Bestand:Historie der vermaerde zee en koopstadt Enkhuisen.jpg|400px|thumb|right|Historie der vermaerde zee en koopstadt Enkhuisen]] | [[Bestand:Historie der vermaerde zee en koopstadt Enkhuisen.jpg|400px|thumb|right|Historie der vermaerde zee en koopstadt Enkhuisen]] | ||
− | [[Bestand:Enkhuijsen haar dus vertonende in den jaare 1590.jpeg|400px|thumb|left| | + | [[Bestand:Enkhuijsen haar dus vertonende in den jaare 1590.jpeg|400px|thumb|left|Enkhuijsen haar dus vertonende in den jaare 1590]] |
*1590 : [[Historie der vermaerde zee en koopstadt Enkhuisen]] : In den jaere viiftienhondert en tnegentig begost men de stadt Enkhuisen weer te vergrooten. Eerst wierdt de [[Nieuwe Haven|nieuwe haven]] gemaekt, welker invaert sijn aenvangk nam tusschen de [[Zuider of Ketenpoort|Keten-poort]] en d’eerste [[Zoutketen|Soutketen]], strekkende meest Oost en West. In den aenvangk van ‘t delven is er bij westen de haeringpakkerij van wijlen [[Swaeroogh, Pieter Jansz.|Pieter Jansz. Swaeroogh]] een gat door de stadts muur gebroken en een kleine brugge over den gracht geleit. Dit wierdt het [[Waterpoortje|Waterpoortken]] geheten: daer sedert de straete haeren naem van behielt. Dese nieuwe uitlegging en vergrooting heeft sich uitgestrekt van de oude [[Wester of Koepoort|Westerpoort]] daer nu de nieuwe [[Nieuwe Markt|Vismarkt]] is, tot de tegenwoordige nieuwe Wester of [[Wester of Koepoort|Koepoort]] ; en van d’oude [[Noorderpoort|Noorder poort]], die te dier tijdt stond op het einde van de [[Vissersdijk|Visschersdijk]], tot de tegenwoordige [[Noorderpoort|Noorder poort]] , en voorts van d’oude [[Zuider of Ketenpoort|Ketenpoort]] ontrent het [[Blokhuis Denenburg|Blokhuis Deenenburg]] , tot de tegenwoordige [[Zuider of Ketenpoort|Keete-Poort]] en de [[Vesting]] toe. Behalven de [[Nieuwe Haven|nieuwe Haven]] heeft men ook eenige slooten of binnengrachten gegraeven, en met aerde, die daer uit wierd gedolven, de erven gehoogt, daer men de huisen op boude, en tuinen op plantte. | *1590 : [[Historie der vermaerde zee en koopstadt Enkhuisen]] : In den jaere viiftienhondert en tnegentig begost men de stadt Enkhuisen weer te vergrooten. Eerst wierdt de [[Nieuwe Haven|nieuwe haven]] gemaekt, welker invaert sijn aenvangk nam tusschen de [[Zuider of Ketenpoort|Keten-poort]] en d’eerste [[Zoutketen|Soutketen]], strekkende meest Oost en West. In den aenvangk van ‘t delven is er bij westen de haeringpakkerij van wijlen [[Swaeroogh, Pieter Jansz.|Pieter Jansz. Swaeroogh]] een gat door de stadts muur gebroken en een kleine brugge over den gracht geleit. Dit wierdt het [[Waterpoortje|Waterpoortken]] geheten: daer sedert de straete haeren naem van behielt. Dese nieuwe uitlegging en vergrooting heeft sich uitgestrekt van de oude [[Wester of Koepoort|Westerpoort]] daer nu de nieuwe [[Nieuwe Markt|Vismarkt]] is, tot de tegenwoordige nieuwe Wester of [[Wester of Koepoort|Koepoort]] ; en van d’oude [[Noorderpoort|Noorder poort]], die te dier tijdt stond op het einde van de [[Vissersdijk|Visschersdijk]], tot de tegenwoordige [[Noorderpoort|Noorder poort]] , en voorts van d’oude [[Zuider of Ketenpoort|Ketenpoort]] ontrent het [[Blokhuis Denenburg|Blokhuis Deenenburg]] , tot de tegenwoordige [[Zuider of Ketenpoort|Keete-Poort]] en de [[Vesting]] toe. Behalven de [[Nieuwe Haven|nieuwe Haven]] heeft men ook eenige slooten of binnengrachten gegraeven, en met aerde, die daer uit wierd gedolven, de erven gehoogt, daer men de huisen op boude, en tuinen op plantte. |
Versie van 14 nov 2023 om 17:57
Inhoud |
Algemeen
- Een van de eerste vermeldingen van Enkhuizen Enkus, is in een akte uit 12 juni 1283 over de beroving van twee Engelse kooplieden. De plaatsnaam werd op vele manieren geschreven. In een baljuwsrekening uit 1311 bijvoorbeeld als ( Enchusen ). In dit document komen onder meer de namen voor van de oudste misdadigers van het dorp.
De vlag van Enkhuizen
- De Vlag van Enkhuizen heeft tegenwoordig dertien even hoge banen van rood en geel, met in de broektop, ter hoogte van vijf banen, een wit vierkant waar het stads wapenschild op staat. Hoewel deze vlag pas officieel werd ingesteld bij gemeenteraadsbesluit van 8 augustus 1949 is ze al zeer oud. De vlag word op twee data uitgestoken te weten 21 mei bij Enkhuizen voor de Prins en op Harddraverijdag te weten de 3e donderdag in september.
De Stadsrechten van 27 Januari 1356
- Hertog Willem van Beyeren schenkt zijn goeden luiden van Enchusen en Gommerskerspel, dezelfde vrijheid en hetzelfde poortrecht onder den naam van Enchusen. Ghescreven in onse stede van Dordrecht des woensdaghes na Sinte Pouwelsdach conversie in 't jaer ons Heren dusent drie hondert vive ende vijftich ( 1355 ) . Sinte Pouwelsdach heeft betrekking op de viering van de bekering van de apostel Paulus , die dag heeft als vaste datum 25 januari. In het jaar 1355 viel de nieuwjaarsdag op 24 april vanwege de Juliaanse kalender ook wel de Paasstijl genoemd , het jaar begon op 1e Paasdag en liep tot de volgende Paas . Januari van dat jaar zou als we met de huidige kalender zouden rekenen in 1356 vallen. Als we vervolgens naar 25 januari 1356 - Sinte Pouwelsdach kijken dan valt die dag op een Maandag en is de Woensdag daarna de 27e januari.
- Te Dordrecht, Woensdag na St. Pouwels conversio ( 27 Januari ) 1355. Een privilegie gegeven bij Grave Willem van Beieren, waerbij aen de stadt Enckhuysen gegundt ende gegeven worden al sulcke vrijheden als die van Medemblick hebben.
Stadsuitleg
- 1590 : Historie der vermaerde zee en koopstadt Enkhuisen : In den jaere viiftienhondert en tnegentig begost men de stadt Enkhuisen weer te vergrooten. Eerst wierdt de nieuwe haven gemaekt, welker invaert sijn aenvangk nam tusschen de Keten-poort en d’eerste Soutketen, strekkende meest Oost en West. In den aenvangk van ‘t delven is er bij westen de haeringpakkerij van wijlen Pieter Jansz. Swaeroogh een gat door de stadts muur gebroken en een kleine brugge over den gracht geleit. Dit wierdt het Waterpoortken geheten: daer sedert de straete haeren naem van behielt. Dese nieuwe uitlegging en vergrooting heeft sich uitgestrekt van de oude Westerpoort daer nu de nieuwe Vismarkt is, tot de tegenwoordige nieuwe Wester of Koepoort ; en van d’oude Noorder poort, die te dier tijdt stond op het einde van de Visschersdijk, tot de tegenwoordige Noorder poort , en voorts van d’oude Ketenpoort ontrent het Blokhuis Deenenburg , tot de tegenwoordige Keete-Poort en de Vesting toe. Behalven de nieuwe Haven heeft men ook eenige slooten of binnengrachten gegraeven, en met aerde, die daer uit wierd gedolven, de erven gehoogt, daer men de huisen op boude, en tuinen op plantte.
- 15 september 1590 : Alzoo hoognodich is dat de stede vergroot wert volgens het project bi Mr. Adriaen Lantmeter gemaeckt en dat tot kennisse van Burgermeesteren gecomen is dat eenige alreede hen vervorderen hare landen in t selve project geleegen te vercopen en oock timmeragien te stellen t welcke hier nae tot groote nadeel deser stede ende vergrootinge vandien zal strecken is hierome en ome hier inne bij tijde te voorsien bij de Vroetschap en Capiteijne voors. geresolveert dat men terstont palen sullen slaen volgens het voors. project en dat men daer nae terstont publicatie doe dat nijemant hen is vervordere eenigh lant binnen de selve palen gelegen te coopen nochte eenige timmeragie daer op te stellen op pene dat daer nae bij Scepenen geen acht genomen zal werden opte prijs van d selve vercoste erfe nochte timmeragie dan dat die nijet meer als nae de weerd en nae buer lande getaxeert sullen werden zal oock nijemant binnen de 60 roede buijten de palen van gelijcke mogen timmeren
Bronnen, noten en / of referenties: