Augustijnen Klooster
Uit Bibliotheca Enchusana
Geschiedenis
- Historie der vermaerde zee en koopstadt Enkhuisen : In den jaere 1458 quaemen hier twee monniken, boekbinders van beroep,d'eene genaamd Broeder Dirk geboren tot Schoorel, van de derden orden ; de ander Broeder Pieter tot Avenhorn geboren. Deze versochten aen de wethouders verlof om hier te wonen en plaets om te timmeren ; mits gelovende bij geschrifte voor hun en hunne nakomelingen 't geen volgt : Indie sij t' eenigen tijden quadt huis hielden, ofte de stadt niet te willen waeren, dat se de selve ruimen souden sonder wederseggen : dat sij niet meer als vier in getale souden sijn, en hun broodt met boekbinden of parkament maken winnen : sij souden alleenlijk tweemael des weeks, soo 't noodt was, om broodt gaen ; in pest tijden souden sij de kranken, die het begeerden, bijstaen ; en de dooden ter aerde dragen. Op dese belofte wierdt hun versoek bij Burgermeesteren met kennisse en toestemming van den Raedt en rijkdommen ingewilligt, en hun tot een plaets, om te bouwen, aangewesen, seker stuk landts, het Kosters bon genaemt, dat de kosterij van de Westerkerk plag toe te komen. Hier begosten sij, verhaelt men, 's jaers daer aen hun klooster, sedert het Augustiner genoemt, te bouwen. Dus vertelt het Blaeuhulk : maer andere meenen vastelijk, dat het Augustijner Klooster veel ouder is, en zijn aenvang nam ontrent 1394.
