Watermolens

Jacob van Deventer 1560.

Openbare verkooping.

Geschiedenis

Historie der vermaerde zee en koopstadt Enkhuisen: 1452; 'S jaers daer aen heeft men twee watermoolens binnen de Noorderdijk geset, om het binnenwater op sijn tijdt van 't landt te loosen, de sluis, daer dese moolens door maelden lag in den ouden Noorderdijk, ter plaetse daer men nu den Beer heeft geleidt.

21 maart 1671 : Hebben de Heeren Burgerm. en Regeerders des Stads Enchuijsen Heertjen Cornelisz., molenmeester geauthoriseert de seijlen van de Watermolens afgedaan sijnde te doen brengen binnen dese Stadt ten huijse van Dirck Hendricksz. Zeijlenmaacker om aldaar bewaart en gerepareert te werden naar behooren.

13 juni 1682 : Op het geproponeerde van d'Heer Burgemeester Admirael gedelibereert: zijnde op het verhoogen van enige watermolens aen de Zuijderdijck, en het maacken van een nieuwen watermolen benoorden de stadt Enchuijsen inplaatse van diegene die van desen jare is omgevallen is, goedgevonden en verstaan de vredemaackers van de stadt en t westende te gelasten om het ter vergadering van de gemene vredemaackers van het Grootslach daar na te dirigeren dat in plaatse van omgevallen molen buijten de Noorder Poort wederomme mach werden gemaackt een nieuwen hoogen molen daartoe allegerende het accoordt tussen de stadt Enchuijsen en Grootebroeck cum annexis op den 8 julij 1616 gesloten, dicterende dat buijten de Noorderpoort, vier watermolens moeten staan werdende gemelte vredmaackers verders geauthriseert omme in cas het voernestaende wert geaccordeert toe te staende verhooginge van een ofte twe watermolens aende Suijderdijck bij Broekerhaven maar bij Refuijs van het eerste oock het laatste met alle kracht tegen te gaen, en daar in niet te consenteren maar het een aen het ander te binden, en in cas van opstemminge daartegens te protesteren en aen te teekenen.

21 januari 1686 : Hebben de Heeren Burgermeesteren en Regeerders des stads Enchuisen geaccordeert en sijn overeen gekomen met de Buregermeesteren van Bovenkarspel, Grootebroek, Lutjebroek, Hoogkarspel, Westwoude en Wervershoove omme buijten de Noorderpoort van dese stat bij provisie een Watermolen te setten en dat van sulke groote en op soodanigen plaetse als ter dienste van de wateringe nodigh sal geoordeelt werden.

15 oktober 1731 : Ten tweeden het verzoek van de Hr. Burgermr. Dirk Semeijns van Loosen, ome mede te mogen slaan een schoeijing in de kolk van de Watergang van de tweede watermolen, langs de noord westzijde van des selfs land, tot aen het ried bosjen, volgens aftekeninge daar van geexhebeert zijn de selve verzoeken aen ijder van gem. Burgermr. geaccordeert.

23 juni 1864 / 2 juli 1864 : Openbare Verkooping ; Tot amotie, van de opstallen der drie Watermolens staande in den polder het Grootslag, even buiten de Noorderpoort te Enkhuizen, zeer geschikt om verplaatst te en tot ander gebruik ingerigt te worden, om contant geld en vóór primo November 1864 weg te ruimen, op Dingsdag 5 julij 1864, 's namiddags ten 4 ure, ten huize van den Heer D. Scholten, aan de Kaasmarkt te Enkhuizen, ten overstaan van den Notaris A.L. van Slogteren aldaar, bij wien nadere informatien te bekomen zijn en de veilconditien drie dagen voor en op den dag der verkooping ter lezing liggen.

In het boek Steevast 1986 staat geschreven : In 1648 waren er nog drie molens over: de wipmolen en twee achtkanters; de kaart van Tirion laat dat duidelijk zien.
- Deze aanname is onjuist, men beschrijft hier het jaar 1648 en verwijst vervolgens naar een kaart van 1743, uit het bericht hier boven van 13 juni 1682 valt duidelijk op te maken dat er één van de vier omgevallen was.