Zuiderhaven

Uit Bibliotheca Enchusana
Ga naar: navigatie, zoeken

Geschiedenis

  • 24 april 1775 : De Heeren Burgemeestren en Regeerders der stad Enchuijsen hebben geacuthoriseert en gequalificeerd, sulx haar E. Gr. Achtb. doen bij deezen, de persoon van Albert Fredriksz., omme ten behoeve van deeze stad te vorderen en ontvangen van de scheepvaart het geld van de lantaarn op het Deensche Hoofd bij de mond van de Suijder Haven geplaatst, alsmede het loodjes geld van de Balg en middel swin, en zulx na de gestelde order en gewoone practijcq ten dien opzigte plaats hebbende, en in last van onwilligheijd geen schepen uijt de haven te doen vertrekken maar daarvan aan Heeren Burgemeesteren terstond kennisse te geven.