Bekendmaking

Reglement voor de kaasmarkt te Enkhuizen, 5 mei 1818

Inhoud

Burgemeesteren der Stad Enkhuizen, door ervaring meer en meer overtuigd zijnde geworden / van de noodzakelijkheid tot het daarstellen van eenige bepalingen op het stuk der Kaasmarkt, weekelijksch binnen dezelve Stad gehouden wordende / hebben dien ten gevolge en na gehoudene deliberatien met den Raad dezet Stad, goed gevonden te arresteeren het navolgende.

De Marktmeester, ten einde zorg te dragen, voor de goede orde, zal verpligt zijn zoo lang de Kaasmarkt duurt, zich op, of bij dezelve te bevinden; hij zal toezien dat de Kaas ter behoorlijke plaatse gezet word; - dat dezelve nog door jongens, noch door eenig dier beschadigd worden; - dat de Kaasdraagsters zich geschikt gedragen, en behoorlijk van hunnen pligt kwijten; - dat de Slepers zich op hun tijd met een genoegzaam aantal troggen bij de Waag bevinden; en eindelijk dat er vóór nog na den tijd, bij Art. 3. bepaald, op de markt geene kaas verkocht nog gekocht worde, of zulks geschiedende, de bij dit artikel gestelde boete stiptelijk invorderen.

De Waagmeester zal gehouden zijn zolang de Kaasmarkt duurt, zich in persoon aan de Waag te bevinden, teneinde de Kaas zoodra dezelve verkocht is kan gewogen worden. Hij zal niemand in zijn plaats kunnen stellen, dan met voorkennis en verlof van Heeren Burgemeesteren.

De Kaasmarkt zal een aanvang nemen des morgens ten Elf, en eindigen des namiddags ten Twee ure. Het begin en einde derzelve zal door het luiden van een klokje aan de Waag aangekondigd worden; zullende niemand vóór of na het luiden van hetzelve, Kaas van de markt mogen kopen, merken, nog verkoopen, op de boete van f 12-:-: voor ieder stapel, door den koper en verkooper gezamentlijk te betalen, het zij dat die Kaas op de markt of naderhand van den wagen afgekocht wordt.

De Verkoopers zullen verpligt zijn hunne Kaas op de markt te zetten, alleen op de kleine Steenen, beginnende van het zuideinde af. - De Kaasdraagsters zullen ook van dit einde af, de verkochte stapels beginnen weg te dragen, terwijl de verkoopers die zich als dan niet bij hunne stapels bevinden, zullen moeten wagten tot dat alle de andere verkochte Kaas zal zijn weggedragen, ten zij hij mogt verkiezen, Vier stuivers voor boete aan de Marktmeester te betalen, in welk geval hij dadelijk geholpen moet worden.

De Slepers zullen gehouden zijn in persoon met hunne Paarden en Troggen, de Kaas naar de Pakhuizen te slepen, ten zij ingeval van ziekte, wanneer zij een geschikt en vertrouwd persoon, ( mits geen Jongens ) in hunne plaats kunnen stellen, zij zullen verantwoordelijk zijn voor het getal der Kazen door hun van de Waag ontvangen, en in gevalle er te kort zijn, zal de waarde daar van, van hun verdiend loon worden afgekort.

De Kaasdraagsters en Slepers zullen zich in alles naar den orders van den Marktmeester moeten gedragen. - De eerstgemelden zullen gehouden zijn de Kaas behoorlijk te behandelen, en niet met geweld in de troggen te werpen, zullende voor de beschadiging waarvan zij oorzaak mogten zijn aansprakelijk gesteld worden.

Alle de hier voren gestelde boetens zullen komen een derde voor den aanbrenger, een derde voor den Officier tot het vervolgen der calenge competent, en een derde voor de algemeene Armen.

- Aldus gedaan bij Burgemeesteren de Stad Enkhuizen, den 5 Mei 1818.
  - A. J. Slijper. Vt.
  - Ter ordonnantie van dezelven.
  - S. v. d. Velden,
    - Secretaris.

Gezien en goedgekeurd door H.E.G.A. de Gedeputeerde Staten van Noord- Holland, behoudens de bepalingen vervat in de Resolutie van den 21 Mei 1818. No. 60.
- Ter kennisse van mij De griffier der Staten van Holland J.A. van Zuijlen van Nijevelt.

Bronnen, noten en / of referenties: