Molenstraat

Uit Bibliotheca Enchusana
Ga naar: navigatie, zoeken

Geschiedenis

  • 26 maart 1708 : Hebben de Heeren Burgermeesteren en Regeerders der stad Enchuizen aan Hendrik Coen gecedeert ende vercogt een huisjen staande in de Molenstraat naast de Beijert voor de zomma van een gulden tien stuivers oner conditie dat het zelve behoorlijk zal repareren en daar van in plaatze van twe gulden twaalf stuivers van nu voortaan voor ord. verpnding betalen een gulden tien stuivers en het extraord. tot gelijke zomma.
  • 20 oktober 1710 : Hebben de Heeren Burgermeesteren en Regeerders der stadt Enchuijsen aan Hendrick Coen geaccordeert ende verkoght een ledigh erf leggende in de Molenstraat aan de oostzijde, tussen de voornd. Hendrick Coen en het Leprosenhuijs onder conditie, dat hij daar op voor aan de straat sal bouwen een afdack of dwarshuijsjen, en daan van jaarlijcks voor erfpaght aan de stadt sal moeten betalen de somma van ene gulden.
  • 29 december 1710 : Hebben de Heeren Burgermeesteren en Regeerders der Stad Enchuizen aan Gerrid Jansz. vercogt een huis en erve staande en gelegen in de Molenstraat op de hoek van de steeg laast toebehoort hebbende Leendert Claasz. Smit voor een zomma van vijf gulden zullende de verponding daar op blijven loopen als voor dezen.
  • 23 december 1711 : Hebben d' Heeren Burgermeesteren en Regeerders des stads Enchuijsen aen Hendrik Coen geaccordeert en in vollen eijgendom gecedeert een ledig erfje in d' Moolenstraat aen d' oostzijde, belent ten zuijden de Beijert en ten noorden de eijgenaar mits dat d' selve sal gehouden zijn 't voorsz. erfje met een bequame en fatzoenlijke heininge te beschuttingen.
  • 22 januari 1712 : Hebben d' Heeren Burgermeesteren en Regeerders der stad Enchuijsen vercogt en gecedeert een pleijn gelegen aen d' westzijde van de Molenstraat, belent ten zuijden Pieter Claasz. en ten noorden d' gemenewegh aen Hendrick Coen, voor een somma van drie gulden mits nog daarenboven 's jaarlijks te betalen aen de stad twee gulden voor erfpagt.